Theesoorten en verwerking

In tegenstelling tot koffie, waarbij de koffiebonen in groene vorm worden geïmporteerd en pas in het land van bestemming worden gesorteerd en geroosterd wordt de thee al verwerkt op de plantages in het land van herkomst en daarna pas geëxporteerd. De belangrijkste productieprocessen van de verwerking van thee naar een volledig eindproduct zijn: verwelken, rollen, fermenteren, drogen en sorteren in blad en gebroken rangen (wat wil zeggen maten).

Zwarte thee:

Voor zwarte thee bestaan verschillende verwerkingstechnieken maar het basisproces komt vaak op hetzelfde neer: de blaadjes worden geplukt en naar de fabriek gebracht. Daar krijgen ze de tijd om te verwelken. Dat gebeurt in de zon of binnen in grote bakken waar warme lucht door de blaadjes blaast. Wanneer de Tea Master vindt dat de blaadjes zacht genoeg zijn om verder te kunnen verwerken zonder te breken, worden de blaadjes gekneusd. Dit gebeurt met de hand of machinaal. De bedoeling is de celstructuur te verbreken zodat oxidatie plaatsvindt. Als de blaadjes donkerrood/ koper van kleur zijn, worden ze verhit en gedroogd om het oxidatieproces te stoppen. De volgende stap is de blaadjes in vorm rollen en sorteren in gradaties.

Het hele blad (whole leaf) geeft meestal de hoogste gradatie aan en is het meest kostbaar, de gebroken blaadjes (brokens) worden in een tweede gradatie geplaatst, de kleine stukjes (fannings) komen in de derde gradatie en het gruis (dust) dat overblijft, belandt in theezakjes.

Groene thee:

Na het plukken gaan de blaadjes naar de fabriek, waar ze worden gestoomd of gewokt om het oxidatieproces te stoppen, dat zou de groene blaadjes namelijk bruin kleuren. Om de sappen uit het blad vrij te laten komen voor een mooie smaak worden de blaadjes gerold, soms zelfs gevormd tot platte naaldjes of balletjes en dan gedroogd.

In China wordt vaak gekozen voor wokken. Dat gebeurt in grote wokken (tot 200°) met de hand boven een houtvuur of gasgestookte wokken. Hierdoor komt het notige aroma van de thee naar boven en de geur van groene groenten. In Japan worden de groene blaadjes vaker gestoomd in een stoomoven. Hierdoor krijgt de thee meer de smaak van spinazie, zeewier of umami (hartigheid).

Het vormen van de thee gebeurt om de theeblaadjes af te sluiten van zuurstof en voor de oppervlaktevergroting om de mooie smaken los te kunnen laten in water. Ook wordt de thee hierdoor een meer herkenbaar product.

Matcha:

Matcha is groene thee uit Japan. Matcha theeblaadjes kunnen van dezelfde plant komen als andere groene thee zoals Sencha en Bancha. Deze groeien in de volle zon. Door de laatste 4 weken voor de pluk matten over de thee te leggen reageert de theeplant hierop met het aanmaken van extra bladgroen. Dit versterkt de smaak en geeft meer zoetheid aan het blad. Tijdens de pluk worden alleen de mooiste theeblaadjes geplukt, hierna gestoomd en gedroogd. Bladribben en steeltjes worden verwijderd en het droge blad wordt tussen molenstenen vermalen tot poeder.

Matcha wordt gebruikt tijdens de Chanoyu, de Japanse theeceremonie. Dat gaat als volgt: het water van 60/ 70 graden wordt met het poeder vermengd en opgeklopt gedurende maximaal 30 seconden om te voorkomen dat het bitter wordt. Het wordt een schuimige groene vloeistof. Matcha is een exclusieve drank, hoe kostbaarder de Matcha poeder, hoe lobbiger de thee wordt hoe milder, meer crèmig, voller en complexer de smaak wordt.

Gele thee:

Gele thee is de kleinste theeklasse in China. Tot op heden is dit land de enige producent van deze theesoort. Gele thee wordt gemaakt van de eerste drie blaadjes van de theeplant Camelia sinensis.

In vergelijking met de productie van groene thee ondergaat gele thee een extra stap in het bewerkingsproces. Na het stomen of wokken wordt deze thee op een warmtebron onder vochtige doeken gelegd om een soort zweetproces te krijgen. Dit heet moistheating. Door de thee zo een aantal uren te laten liggen, krijgt deze een zoete smaak. Hierna wordt de thee gerold om de sappen naar buiten te laten komen en daarna gedroogd zodat de thee kan worden ingepakt.

Witte thee:

Witte thee groeit voornamelijk in China. De variëteit, de plaats en de bodemsoort waar deze soort groeit, zijn belangrijke factoren. In China zijn bepaalde theeplanten speciaal gecultiveerd voor de productie van witte thee. Je herkent witte thee meteen aan het uiterlijk.

De meeste witte thee komt uit de provincies Fuijan en Zheijang in China. Witte thee wordt gemaakt van de eerste uitlopers van de theeplant Camelia Sinensis. Al komt er tegenwoordig ook witte thee uit landen als Kenia, India en Malawi. Deze komt dan van een Camelia Assamica en geeft veel grotere uitlopers.

De bladpuntjes, eerste uitlopers (buds) worden zorgvuldig geplukt om ze niet te beschadigen. Als dit wel gebeurt, gaan ze oxideren. Dit kun je zien als het proces van het bruin worden van een appel nadat die is doorgesneden. Dit is nauwelijks te voorkomen, maar kan wel worden gestopt door de thee te laten verwelken in de volle zon. Hitte stopt namelijk oxidatie, wat eventueel ook machinaal kan.

De naam witte thee komt van de zilverwitte buds met donzige haartjes die de theeplant een witte gloed geven. De infusie zelf wordt lichtgeel.

De verwerking begint door de ongeopende blaadjes  in de zon te leggen om te verwelken. Ze drogen door lucht, zonlicht of machinaal (20 seconden) om de oxidatie te stoppen. Na deze processen zijn de witte buds klaar om te verpakken. Sommige soorten worden ook alleen geplukt en gedroogd voordat ze klaar zijn.

Er is ook witte thee waarbij de uitloper en de twee onderliggende blaadjes worden geplukt. Ook hier treedt oxidatie op. Om de oxidatie op de bladranden te stoppen, wordt deze thee kortdurend verhit. De infusie is dan ook bruiner van kleur.

Witte thee is kostbaar omdat het speciale planten zijn, het productieproces tijdrovend is, er weinig opbrengst van de theestruiken is (alleen de uitlopers worden immers gebruikt) en er meestal maar een keer per jaar geoogst kan worden. De legende bestaat dan ook dat alleen jonge maagden met witte handschoentjes en een gouden schaartje deze thee mogen oogsten.

Oolong:

Oolong wordt gemaakt van de eerste 3, 4 of zelfs 5 blaadjes van de Camellia Sinensis: de bud en de onderliggende blaadjes. Na de pluk gaan de theeblaadjes naar de fabriek om in de zon te verwelken. Dat gebeurt omdat verse blaadjes te kwetsbaar zijn om meteen verder te verwerken (ze zouden breken bij de verdere verwerking en bruin kleuren). Hierna worden de blaadjes binnen gelegd om verder te verwelken.

De blaadjes worden vervolgens in een grote trommel uren rondgedraaid om de buitenste bladrandjes te beschadigen voor oxidatie. Hierna wordt de thee in doeken gebonden als een grote bal en hard op de vloer geslagen om de bladrandjes los te maken. De blaadjes worden keer op keer opnieuw in een doek gebonden en met lichte druk onder een machine gerold om de typerende balletjes te verkrijgen. Vaak wordt de Oolong ook nog geroosterd voor een nog zoetere smaak.

Pu-Er:

Pu-Er thee wordt zowel als groene of als zwarte thee uit de Camellia Sinensis gewonnen, en wel uit de ondersoort de Qingmao. De Qingmao-theestruik wordt groter dan de normale Camellia-Sinensis en geldt als een der oudste vormen van theeplant. Deze planten stammen uit het gebied rondom de stad Pu'er in de Chinese provincie Yunnan. De thee wordt daar gedurende de afgelopen 1700 jaar reeds vervaardigd.

Pu-Er-thee doorloopt een speciaal rijpings  en fermentatieproces waardoor de donkerrode kleur en de krachtige aard-achtige smaak ontstaat. Een Pu-Er thee die in de jaren 60 geproduceerd werd was een groene thee die niet geoxideerd was. Door inwerking van externe bacteriën en gisten fermenteren de theeblaadjes. Deze thee werd gestoomd, en in plakken, tegeltjes of kogeltjes samengeperst. Daarna werd de thee te drogen gelegd en opgeslagen om te rijpen. In die tijd duurde de rijping minstens vijf jaar. Eind jaren 60 en begin jaren 70 werd een nieuw rijpingsproces bedacht om het proces kunstmatig te versnellen. De thee kon hierdoor in een paar maanden drinkbaar gemaakt worden en werd voor de thee-industrie dus sneller verkoopbaar. Tegenwoordig worden beide methoden naast elkaar toegepast, waardoor er zowel ruwe groene thee als rijpe gekookte behandelde thee voorhanden is.

Rooibos:

Rooibos is geen theestruik maar een plant uit de familie van de vlinderbloemen die van nature voorkomt in de omgeving van Cederberg (Zuid-Afrika). Hij wordt ongeveer een halve tot een meter hoog en bloeit met gele bloemen.

Sinds 1930 wordt de plant voor infusies gekweekt. De 10 mm lange, naaldachtige blaadjes zijn groen als ze worden geplukt. De blaadjes worden gekneusd en nat gemaakt om een chemisch fermentatieproces op gang te brengen en blijven een nacht opgestapeld liggen. Hierdoor ontstaat de mooie donkerrode kleur. De volgende dag worden ze in de Afrikaanse zon uitgespreid om te oxideren. Hierna worden ze  gedroogd en verpakt.

© 2019 - 2024 Het Kadocafe | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel